Paardentractie
Paardentractie is het door één of meer paarden in beweging brengen en voortbewegen van een last, zoals een werktuig, wagen of rijtuig. Het woord tractie is verwant aan trekken, voorttrekken en zien we ook in de begrippen trekkertractie en motortractie. Paardentractie is in ons deel van de wereld in de loop van de vorige eeuw nagenoeg geheel van het toneel verdwenen. Sinds enkele decennia zijn er echter diverse initiatieven in binnen- en buitenland die het gebruik van paardentractie terug op de kaart zetten.
Moderne paardentractie
Moderne paardentractie is het door middel van paarden voortbewegen van nieuw ontwikkelde, of meer gedateerde apparatuur in de land-, tuin- en/of bosbouw. De toevoeging ‘modern’ duidt zowel op het gebruik van door-ontwikkelde apparatuur als op nieuwe inzichten in biologische processen. Zo verstoort paardentractie het natuurlijk bodemleven veel minder dan trekkertractie en is werken met paarden per definitie duurzamer. Immers: paardenvoer (granen, gras, hooi en stro) wordt in eigen land verbouwd en paardenmest voedt vervolgens diezelfde akkers. Ook roemen gebruikers van paardentractie de toegenomen arbeidsvreugde: ‘je bent nooit alleen aan het werk’. Moderne paardentractie is géén stap terug in de tijd, maar juist één vooruit!
Werken met paardentractie
Werken met paardentractie is zowel geschikt voor de ervaren paardenman of - vrouw als voor de serieuze nieuwkomer. Het is voor ‘paardenmensen’ vaak wat gemakkelijker om ‘in te stappen’, maar de praktijk heeft bewezen dat als de wil (en soms ook de noodzaak) om met paardentractie te gaan werken groot genoeg is, ook niet-paardenmensen het binnen afzienbare tijd kunnen leren.
Dat paardentractie per definitie te langzaam zou zijn voor de huidige tijd is een misvatting. Meerdere serieuze onderzoeken in Duitsland en Scandinavië wijzen uit dat moderne paardentractie in vergelijking met trekkertractie de concurrentie qua benodigde tijd bij verschillende bewerkingen prima aan kan.
Werktuigen voor gebruik achter het paard
overzicht en inzicht door verdeling in drie hoofdgroepen
(t.b.v. Boerenpaard, jan/febr. 2025)
De werktuigen die achter het paard gebruikt kunnen worden zijn onder te verdelen in drie hoofdgroepen. Iedere groep heeft zijn eigen voor- en nadelen. We onderscheiden:
- Groep 1: de oorspronkelijke voor paardentractie gebouwde werktuigen
- Groep 2: gangbare trekkerwerktuigen die, veelal door tussenkomst van een voorwagen, achter het paard of de paarden gebruikt kunnen worden
- Groep 3: nieuwe voor paardentractie gebouwde werktuigen
Groep 1
Hieronder rekenen we de werktuigen zoals die in ons deel van de wereld tot halverwege de vorige eeuw gebouwd en gebruikt zijn. Ploegen, eggen, zaaimachines, pootmachines, maaimachines, vorkjesschudders, trommelschudders, mestverspreiders, weideslepen, landrollen, platte wagens, etc.
-
Lees meer
Deze apparatuur is ten tijde van de opkomst van de trekker nogal eens omgebouwd voor trekkertractie en nu, in sommige gevallen, weer goed terug te brengen naar paardentractie. Het voordeel van deze apparatuur is dat er bij het ontwerp en de bouw volledig gerekend is op paardentractie. De nadelen zijn de hoge leeftijd, de vaak slechte staat waarin ze verkeren, het ontbreken van reserve onderdelen bij de landbouwsmid om de hoek en het feit dat de techniek er letterlijk stil heeft gestaan. Ontwikkelingen van de laatste vijfenzeventig jaar zijn niet terug te vinden in deze apparatuur.
Groep 2
Hieronder rekenen we nieuwe of recent ontwikkelde werktuigen voor trekkertractie die met behulp van een voorwagen, of door een (kleine) aanpassing, goed achter het paard te gebruiken zijn. Afhankelijk van de grootte van de voorwagen en het aantal paarden er voor, zijn de mogelijkheden bijna onbeperkt.
-
Lees meer
Wordt er tevens een hulpmotor gebruikt, dan kan bijna alle huidige trekkerapparatuur door paarden worden voortbewogen. In west Europa zijn we niet gewend aan grote spannen paarden. Daarom zoeken we het hier vooral in de apparatuur die, al dan niet aangedreven door een hulpmotor, met één tot vier paarden kan worden getrokken. In Amerika wordt door de Amish met veel grotere aantallen paarden, met grotere voorwagens en dus ook met veel grotere werktuigen achter de paarden gewerkt.
Het voordeel van de werktuigen in deze groep is dat er gebruikt gemaakt wordt van recent ontwikkelde en zelfs de nieuwste technieken. Het tweede voordeel is dat ze in grote mate geproduceerd worden en dus –relatief– voordelig zijn. Ook kunnen storingen vaak snel en eenvoudig worden gerepareerd. De landbouwsmid om de hoek heeft de meeste onderdelen op voorraad of kan ze bestellen. Het nadeel is dat deze apparatuur nooit bedoeld is voor paardentractie. Daardoor is er bij het ontwerp en de bouw geen rekening gehouden met paarden, waardoor bijvoorbeeld sommige delen onnodig zwaar uitgevoerd kunnen zijn.
Groep 3
Deze groep bevat het neusje van de zalm voor gebruikers van paardentractie: nieuw ontwikkelde werktuigen voor direct achter het paard. Ploegen, eggen, maaimachines, harken, bosbouw apparatuur… Het grote voordeel van deze groep is dat er bij het ontwerp en de bouw volledig gerekend is op paardentractie, net als bij de werktuigen in de eerste groep dus.
-
Lees meer
Alleen zijn deze werktuigen vandaag de dag ontwikkeld, naar de inzichten en met de materialen en technische mogelijkheden van nu. Een nadeel kan zijn het feit dat enthousiaste bouwers vaak niet verder komen dan het bouwen van prototypen. Die stuiten vervolgens op te weinig afzetmogelijkheden om de werktuigen goed door te kunnen ontwikkelen. Een ander nadeel kan zijn de prijs. Door de betrekkelijk geringe vraag, worden deze werktuigen slechts in kleine series en soms zelfs per stuk gebouwd. En dat is begrijpelijker wijze kostbaar.
Conclusie
Alle voors en tegens tegen elkaar wegstrepend, zal er in de praktijk vaak gewerkt gaan worden met trekkerwerktuigen die, middels de al eerder genoemde voorwagen, achter het paard gebruikt kunnen worden.